De Swollenaer

Dinsdag, 7 mei 2024

Nieuws uit Zwolle en omstreken

Rob Bults: 'Mijn grootste angst is dat de ketens helemaal uit elkaar vallen'

Rob Bults: 'Mijn grootste angst is dat de ketens helemaal uit elkaar vallen'
Rob Bults.
Foto: Pedro Sluiter
Redactie: Erik-Jan Berends
(door Erik-Jan Berends)

BINNENSTAD – “Er is in deze periode zwaar behoefte aan cultuur, maar vooral om daarbij bij elkaar te zijn en samen te genieten”, weet Rob Bults, muzikant en onder meer organisator van het jaarlijkse festival Zwolle Unlimited. “De online oplossingen zijn geen oplossingen, dat is het verschil tussen goud en doublé.”

Veel mensen beseffen niet hoeveel ze in het dagelijkse leven met cultuur te maken hebben, stelt Bults. “Primair wat we gaan doen als we tijd over hebben, is kunst maken. Je ziet het bijvoorbeeld bij kinderen die de hele dag thuis zitten. Die gaan knutselen, kleuren, TikTok’en of muziek maken. De virtuele wereld is geen oplossing. Soms zie ik artiesten dingen online doen, waar ik niet naar kan kijken. Het is goed dat ze het doen, maar hun optreden is zo verweven met publiek dat het online niet goed overkomt. Dat blijft niet prettig. Het is alleen fijn dat de online mogelijkheden er zijn.”

Onzekerheid

Juist in deze vervelende tijd met veel onzekerheid vormt muziek volgens Bults vaak het antwoord op emoties. “Onlangs speelden we voor een zorgcentrum waar een bewoonster huilend met haar hand op het hart stond te luisteren. Muziek geleidt. In een normale situatie weten we dat ook wel, maar nu komt dat veel meer naar voren. Het probleem met cultuur is alleen dat het geld kost. In de huidige situatie wordt een theaterkaartje eigenlijk onbetaalbaar.” Als er hulp moet komen, gaat de aandacht volgens hem vaak snel naar de artiest. “Maar achter iedere artiest zitten gemiddeld acht personen”, benadrukt Bults. “Die hele keten wordt naar mijn idee een vergeten groep waar de nood net zo groot is. Zij hebben ook geen werk maar zetten zich net zo hard in voor cultuur.” Hij ziet de hulp voor de cultuursector ook al gauw naar de instellingen gaan. “Aan de kleinere artiesten en de mensen erachter wordt niet zo gedacht. Het is ook lastig, het zijn bijna allemaal eenlingen. Op de achtergrond zijn overigens wel allerlei belangenverenigingen aan het lobbyen. De cultuursector zou goed zijn voor ruim 3 miljard euro per jaar. Dat valt nu helemaal weg. Je kan ook geen theater maken voor dertig mensen. Hoe wil je in theater met de anderhalve metersamenleving die liefdesscène spelen? Dat kan alleen als de artiesten als één familie in quarantaine gaan.”

Angst

Bult’s grootste angst is dat de ketens helemaal uit elkaar vallen. “Al die freelancers zoeken ander werk om te overleven. Maar zijn ze dan straks nog beschikbaar? Ben ikzelf nog wel beschikbaar? Ook ik moet nu op zoek naar andere inkomsten. Heb ik nog een team als er over een jaar wel weer festivals mogen worden georganiseerd? Allemaal vragen waar helemaal geen antwoord op is op dit moment.” Andere vormen van cultuur kunnen volgens Bults wel. “Ik en anderen hebben daarvoor al concepten bedacht. Als artiest kun je bijvoorbeeld twintig keer drie minuten spelen voor een klein publiek. Dan ontneem je hem wel een beetje de artistieke vrijheid, maar dat heb je bij alles wat je bedenkt. Maar voor artiesten als singer songwriters, verhalenvertellers en spoken word-artiesten komt wel een opening. Veel creatieve oplossingen worden echter nóg duurder dan normaal, maar ik zie wel oplossingen in de wijken bijvoorbeeld. Dat je cultuur naar de mensen toe brengt. Door corona zijn buurten toch veel meer kleine dorpjes geworden. Daar liggen heel leuke kansen.”

Steun

De festivalorganisator vindt dat er best veel wordt gedaan om de cultuursector in de benen te houden. “De vergelijking van de steun voor cultuur met de KLM vind ik wel appels en peren vergelijken. Ik volg eerlijk gezegd het nieuws verder niet zo, want ik word er redelijk depressief van. Aan de crisis zie ik ook wel mooie kanten. Er is meer verbondenheid en veel mensen worden creatiever. Zo zitten er altijd twee kanten aan de medaille. Ik zie deze zomer bijvoorbeeld nog wel jonge vertellers met een trekker met strobalen de wijk intrekken. Dat is een heel leuke manier van cultuur en je houdt mensen uit de binnenstad. Als kunstenaar wil je je toch gewoon uiten, dat is een primaire behoefte.”