(door Erik-Jan Berends)
ZWOLLE - Waarom al die geheimzinnigheid? Zwollenaar Joop van Ommen, ook vaak de Godfather van de dak- en thuislozen genoemd, reageert op de dood van Tomy Holten die bij zijn aanhouding aan de Hogenkampsweg mogelijk door politiegeweld om het leven is gekomen.
Van Ommen vindt dat de waarheid bij deze zaken beter moet worden uitgezocht en vraagt zich hardop af waarom die waarheid niet beter naar buiten komt. De zaak van Holten is dan niet de enige die hij in zijn hoofd heeft. In januari 2002 overleed Herman Scholten in een politiecel in Kampen, in maart 2019 lag een bewoonster wekenlang dood in haar appartement in Holtenbroek en in april dit jaar werd het stoffelijk overschot van de dakloze Paul Versloot gevonden in het Zwartewater.
Van Ommen: “Geen misdrijf, zegt de politie over die laatste zaak, maar wat was het dan wel? Ik loop hier al jaren tegenaan. Vertel gewoon eens de waarheid. Het gaat om mensen die soms ziek zijn in hun hoofd, schizofreen zijn en in zichzelf spreken, maar het zijn geen misdadigers. ‘Ram d’r maar op en gooi ze in een cel’ is niet de oplossing.”
Een woordvoerder van het Openbaar Ministerie zegt dat alleen direct betrokkenen over de uitkomst van de onderzoeken worden geïnformeerd. Hoe lang het onderzoek naar de doodsoorzaak van Tomy Holten gaat duren, kon hij niet zeggen. GGD IJsselland was met haar forensische artsen ook bij al deze zaken betrokken. “Eén van de taken van de forensisch artsen van de GGD is gemeentelijk lijkschouwer. De gemeentelijk lijkschouwer wordt ingeschakeld bij (een vermoeden van) een niet-natuurlijke dood. In samenwerking met de politie onderzoekt de forensisch arts de situatie en het lijk en probeert op die manier de doodsoorzaak en het tijdstip van overlijden vast te stellen. De GGD-taak lijkschouw valt onder de medische geheimhoudingsplicht. Gegevens zijn daarom ook niet in te zien”, legt woordvoerder Karla Kuiperij uit.
Verward
Ze benadrukt dat de GGD absoluut geen onderscheid maakt tussen verschillende groepen mensen. “Als GGD zetten we ons juist in voor kwetsbare mensen in de samenleving, zoals dak- en thuislozen en mensen met verward gedrag. Ook onze forensisch artsen maken geen onderscheid en doen de lijkschouw altijd volgens de geldende richtlijnen.”
