De Swollenaer

Vrijdag, 22 november 2024

Nieuws uit Zwolle en omstreken

Joop van Ommen maakt zich ernstig zorgen over toekomst van zijn doelgroep bij nieuwe WRZV-hallen

Joop van Ommen maakt zich ernstig zorgen over toekomst van zijn doelgroep bij nieuwe WRZV-hallen
Foto: Erik-Jan Berends
Redactie: Erik-Jan Berends
(door Erik-Jan Berends)

KAMPERPOORT – “Geloof me, ik zit er zo nu en dan echt helemaal doorheen. Ik ben bang dat dingen straks helemaal anders gaan dan nu”, zegt Joop van Ommen, directeur van de WRZV/hallen. Zijn angst is dat zijn doelgroep van minder bedeelden en dak- en thuislozen niet meer bij de nieuwe WRZV-hallen aan de Grote Voort kunnen aankloppen.

Over twee jaar moet de nieuwe hal, die 18 miljoen euro gaat kosten, er staan. “Ik ga geen twee jaar wachten tot alles rond is”, zegt hij, strijdbaar als altijd. “Als het pand er staat, is slechts een ding belangrijk en dat is 18 miljoen euro. Zij hebben straks die 18 miljoen en wij de armoede. Dat laat ik niet gebeuren. Ik ben bang dat mijn doelgroep straks helemaal achteraan staat.” Afgelopen zomer was Van Ommen alweer in voorbereiding van het jaarlijkse kerstdiner voor minima dat hij al meer dan 25 jaar in de hallen aan de Buitengasthuisstraat organiseert. “Ik heb hier dan vijfhonderd mensen zitten. Het sociale druipt er hier vanaf, maar ik heb geen enkele bevestiging van de gemeente dat daarvoor ook op de nieuwe locatie plek is. De voorzitter van de Stichting Sporthal WRZV (SSW) zegt wel altijd dat het gedachtengoed van Joop van Ommen niet mag verdwijnen.”

Een andere voorzieningen in de WRZV-hallen is de straatdokter. Rouzbeh Zoubin houdt er iedere donderdag praktijk. Ook hij maakt zich zorgen of hij in het nieuwe pand wel een plek krijgt. “Eventueel kan ik wel terecht bij een praktijk in Holtenbroek, maar de kans is groot dat deze mensen dan zorg gaan mijden. Ik zit hier nu op neutraal gebied en de deur staat altijd open. Als ik er niet ben, kan men mij altijd bellen.”

De straatdokter noemt zijn werk levensbelangrijk. “Ik heb hier een totaal andere werkwijze dan in mijn praktijk in Staphorst”, legt hij uit. “Ik vraag een naam en wat de klachten zijn. Ja, ook of de mensen zijn verzekerd. Als ze een eigen huisarts hebben, verwijs ik ze door. Willen ze dat pertinent niet, dan help ik ze toch.” Zoubin toont een simpel kladblokje dat als zijn patiëntenadministratie fungeert. Als hij dienst heeft in de WRZV-hallen komen in de regel van geen tot vier patiënten op spreekuur. Onlangs werd hij geïnterviewd door de Stentor. “We hebben er geen enkele reactie op gehad”, zegt Van Ommen getergd. “De politici lezen die krant toch? Laten ze dan meteen de telefoon grijpen en hem melden dat hij zich over zijn plek geen zorgen hoeft te maken.”

Een andere groep die zich zorgen maakt, is het eetcafé dat iedere woensdag in de WRZV-hallen plaatsvindt. Van Ommen: “Er zitten dan tachtig tot honderd mensen, jong en oud, rijk en arm. Dat doen we ook al meer dan twintig jaar. Voor mij moet de deur ook op de nieuwe plek open blijven voor de minst bedeelden. Waarschijnlijk willen ze de daklozen en bajesklanten er liever niet zien. Ik heb me er altijd sterk voor gemaakt. Ik ben ook blij dat ze mijn naam goed weten en me altijd weten te vinden. Ik zie nog niet dat er plek voor hen is als ze bij de nieuwe hallen aankloppen.”

Van Ommen prijst zich gelukkig dat heel veel mensen hem steunen. “Desondanks heb ik er al heel beroerde nachten van gehad. Het gaat me nu allemaal een stap te ver en te snel. Ik heb het idee dat het me nu door de vingers glipt en dat het allemaal om geld gaat; 18 miljoen vind ik een griezelig bedrag. Ik maak me ernstige zorgen. Niet over de gemeente, maar over mijn doelgroep. Ik wil voorkomen dat die als laatste in de rij komt. Mijn gedachtengoed mag niet verloren gaan, laat dat ook zo gebeuren.”

Verantwoordelijk wethouder René de Heer laat weten dat bij het maken van de plannen voor de nieuwe WRZV-hallen er gezamenlijk heel goed wordt gekeken naar het bijzondere karakter en de diverse functies van de huidige sporthal. “De primaire functie is wederom een sportaccommodatie, tegelijkertijd hebben we samen met het bestuur zorgvuldig nagedacht over de voorzieningen die nodig zijn en passen bij het karakter van de Zwolse WRZV-hallen (zoals een horecagelegenheid met eigen keuken en algemene ruimten). Wat betreft de inrichting van het gebouw wordt er dus rekening gehouden met de diverse functies. Het is aan het stichtingsbestuur om invulling te geven aan de programmering. Ik heb er vertrouwen in dat het bestuur het programma zo zal vormgeven dat het aansluit bij de belangrijke rol die de sportvoorziening heeft in de Zwolse samenleving.”