ZWOLLE – “Ik vind het belangrijk dat de stad nu weet wie de échte Joop van Ommen is”, zegt Anton Cramer, schrijver van het boek ‘Het leven ligt op straat’ over de markante ereburger van Zwolle. Zaterdag overhandigde minister Arie Slob het eerste exemplaar aan Joyce, echtgenote van de hoofdpersoon.
“Joyce heeft het meeste met mij meegemaakt”, zegt Van Ommen instemmend. Twee jaar geleden begon Cramer aan het boek. De aanleiding was een jaar eerder toen hij voor de stadskroniek ‘Peperkorrels’ in weekblad de Peperbus bij Van Ommen bezoek was geweest. “Ik wilde wat schrijven over het jaarlijkse kerstdiner voor minima in de WRZV-hallen. Via Freddy Eikelboom (schoonzoon van Joop van Ommen, red.) kwam ik in contact met Joop. Het gesprek liep enorm uit; ik heb vier uur met hem zitten praten. Ik heb hem toen gezegd: ‘je zou dit verhaal moeten vastleggen’. Joop wilde beslist geen biografie, ‘want dat betekent dat je dood gaat en dat ben ik nog niet van plan’. Dat is dit boek dus ook niet, benadrukken de hoofdpersoon en de schrijver.
Onbenaderbaar
Voor die tijd kende Cramer als gemeenteambtenaar Joop al lang. “Ik hoorde in het stadhuis dat er een taxichauffeur in de stad was die op zondagen daklozen van de straat haalde. Joop van Ommen was voor mij een onbenaderbaar persoon. Toen hij een keer op het stadskantoo zijn gram kwam halen over het postadres van een dakloze sprak ik hem voor het eerst. Ik herinner het met als een prettig gesprek.” Cramer is inmiddels met pensioen en gaan schrijven. “Dat is mijn lust en mijn leven”, erkent hij.
Basis
Een jaar na zijn voorstel aan Van Ommen om zijn verhaal op te tekenen, kwam de ‘Godfather van de dak- en thuislozen’ met twee tassen vol krantenknipsels bij de schrijver. ‘Het boek kan er komen’, stelde de auteur tevreden vast. Hij realiseerde zich tegelijkertijd dat er al vier boeken over Joop waren verschenen. “Ik vroeg me even af wat ik hieraan kon toevoegen. Nou, ik ben mijn hele leven al geïnteresseerd in waarom mensen doen wat ze doen. Op die basis ben ik begin 2018 met het boek over Joop van Ommen begonnen.”
Vertrouwen
‘Vertel me alles, of ik de informatie gebruik is vers twee’, was zijn enige voorwaarde. “Anders heb ik geen zuiver verhaal”, zegt de schrijver. “Er is wel druk op me uitgeoefend vanuit de politiek en de familie. Ik vind echter dat je deze zoektocht in je eentje moet doen. Voor zo’n boek moet er vertrouwen zijn. Daarom heb ik niet aan de druk toegegeven en besloten alleen zelf op zoek te gaan.” Tijdens de eerste gesprekken merkte Cramer dat Van Ommen niet de kant op ging die hij wilde. “Dat paste mij niet en daarover hebben we afspraken gemaakt. Nu krijg je een boek waarover heel Zwolle gaat praten, heb ik hem gezegd. Ik laat zien in welke omstandigheden Joop zijn werk moest doen. Ik heb aan de achterkant van Joop zitten peuteren. Dat ging vaak niet over gemakkelijke zaken, maar over dingen die hij eigenlijk liever wilde vergeten. Het ging mij om zijn drijfveren, de onbekende kant van Joop van Ommen. Het boek begint op het cruciale moment in 2015 wanneer Joop ziek wordt.”
Het is oudejaarsdag als Van Ommen, na een urenlange operatie en met veel pijn, tegen de verpleegkundige in het ziekenhuis in Groningen zegt ‘Trek de stekker er maar uit’. Precies in die periode overleed ook de moeder van Joyce en vrij kort erna ook haar zus, broer en vader. Cramer: “Het was een heel zware, indrukwekkende tijd voor hen. Ik heb het verhaal met hoffelijkheid, eerbied naar zowel Joop als Joyce geschreven. Ik heb heel diep respect voor mensen die zo hun levensverhaal vertellen. Ik ben daarvoor heel dankbaar en weet niet of ik daarvoor zelf het lef zou hebben.” Ven Ommen roert zich zo nu en dan in het gesprek. Bij persoonlijke verhalen wordt hij zichtbaar emotioneel, zoals veel mensen hem niet zullen kennen. Cramer heeft het antwoord proberen te vinden op wat Joop van Ommen drijft om zoveel daklozen onderdak te verschaffen, ondanks alle tegenwerking van de gemeente Zwolle. “Wat ik heb gedaan, hadden de gemeente moeten doen”, zegt Van Ommen, nog altijd strijdvaardig. “Ze hebben me beschadigd waar ze konden.”
Ruzie
Voor Cramer was het laatste hoofdstuk het meest lastig om te schrijven. “Ik had het gevoel dat ik nog niet alles wist en ben misschien wel honderd keer opnieuw begonnen. Ik kreeg er haast ruzie over met mijn vrouw. Ik heb gebeld en Joop en die gaf de telefoon aan zijn vrouw Joyce. Zij heeft me het hele resterende verhaal verteld. Dezelfde avond had ik het hoofdstuk klaar.” De schrijver kijkt met veel voldoening terug op zijn gesprekken met Joop en Joyce van Ommen. “Ik heb er twee mensen bij gekregen die me zeer dierbaar zijn. Maar, zoals Joop altijd zegt, achter iedere vriend schuilt een vijand.” Cranmer zegt dat hij Joop’s verhaal heel overwogen heeft opgetekend. “Ik heb het boek bewust eenvoudig geschreven. Het is ook niet duur, zodat Joop’s doelgroep het kan kopen. Ook heb ik bewust een groter lettertype gebruikt voor de leesbaarheid en over ieder detail goed nagedacht. Per verkocht boek gaat 1 euro naar stichting KiKa (Kinderen Kankervrij). Tot slot heb ik in het boek geen stelling genomen, dat laat ik aan de lezer over. Het gaat uiteindelijk om de drijfveren van Joop.”