(door Mark de Rooij)
ZWOLLE – De in 2018 aangekondigde samenwerking tussen Hoge Laar-clubs FC Ulu Spor en HFC Storica is nog niet van de grond gekomen, maar volgens beide voorzitters is het een kwestie van tijd voordat er concrete stappen worden gezet. Het woordje 'fusie' wordt echter al een tijdje angstvallig vermeden.
FC Het Hoge Laar. De naam werd een jaar geleden opgegooid voor de op handen zijnde samenwerking tussen Ulu Spor en Storica, die de handen ineen wilden slaan op het gebied van accommodatie, materiaal en jeugdteams. Dieze West werd aanvankelijk ook betrokken bij het plan, maar wilde liever zelfstandig blijven. Voor Ulu Spor en Storica was het belang van samenwerking wel evident. Bestuurleden zagen in de toekomst zelfs een fusie wel zitten, en ook de leden van Storica hadden hier wel oren naar, maar juist die voortvarendheid stuitte de Ulu Spor-leden tegen de borst. “Het voorstel werd gepresenteerd als een fusie en dat viel verkeerd bij onze leden. Dat ging hen veel te snel. Dat hadden we destijds verkeerd ingeschat”, zegt voorzitter Erman Schuurman, die wel van mening is dat de samenwerking er komt. De clubs zijn sindsdien met elkaar in gesprek gebleven en hopen voor het komende seizoen wel stappen te kunnen zetten. “Op bestuurlijk niveau zitten we wel op één lijn. We zijn daarnaast ook in gesprek met de gemeente. De ontwikkelingen kunnen zomaar in een stroomversnelling raken”, denkt Schuurman.
“Er is nog wel de intentie om samen te werken op het gebied van jeugd, gezamenlijke ruimtes en inkopen”, zegt Storica-voorzitter Freddy Jansen. “Er ligt een voorstel bij de gemeente en ik verwacht dat daar de komende tijd duidelijkheid over komt. Daar is ook een derde partij bij betrokken.” Die derde partij is het Kegelhuis, dat moest verhuizen van de locatie naast de Stilo Hal en mogelijk in één van de clubhuizen op het Hoge Laar komt. "Het college wil dat het Kegelhuis onderdak krijgt", weet Schuurman.
Bij Storica, dat drijft op niet meer dan twee recreatieteams en in 2017/2018 voor het laatst prestatief speelde, is al langer het besef dat de club langzaam aan doodbloedt als er niets verandert. Vorig jaar sprak Jansen van 'de redding van Storica'. “Het is al een jaar of vier, vijf aanmodderen in de marge. Elk seizoen hopen dat we nog bestaan. Het is niet de ambitie van de club om zo verder te gaan. Leden worden ook een dagje ouder. Als je geen jeugd hebt, houdt het op”, weet Jansen. Ook Schuurman is doordrongen van het belang voor zijn club. “We moeten zorgen dat we overleven en overleven op lange termijn betekent toch samenwerken. Zo simpel is het.”
