ZWOLLE (JPZ) – Hij was vol goede bedoelingen, zegt klusjesman A.S. uit Zwolle. Maar door tegenslag in zijn persoonlijke leven kwam het allemaal niet zo uit de verf. Werkzaamheden bleven liggen, terwijl klanten, particulieren, wel alvast hadden betaald voor de aanschaf van materialen. Tot nu toe hebben ze het nakijken.
Negen mensen in Zwolle en één in Kampen hebben aangifte gedaan van oplichting. Daarbij kwamen nog eens vijf zaken flessentrekkerij. S. zou taartjes, maaltijden en sportkleding hebben besteld, zonder te betalen, zo bleek donderdag op de zitting voor de rechtbank in Zwolle. Daar is het vooral de vraag of het allemaal willens en wetens is gebeurd om de mensen te belazeren of gewoon slecht ondernemerschap en met wanprestatie hooguit een zaak voor de civiele rechter.
Het was in de periode 2014 tot 2015 dat de 42-jarge ondernemer bij mensen aanbelde om hen te wijzen op een verrotte dakgoot, slecht schilderwerk of asbest op de carport. Hij had er mooie praatjes bij en gaf de mensen bovendien een visitekaartje van een bedrijf dat achteraf niet meer ingeschreven bleek te zijn bij de Kamer van Koophandel.
Meestal begonnen hij en zijn hulpje, een zwakbegaafde man, wel aan het karwei, maar lieten ze het snel afweten. Er werd wat geschuurd. Asbestplaten verwijderd maar niet opgeruimd, een dak bleef na een regenbui achter met een enorme lekkage als gevolg. En in plaats van dure verf zoals afgesproken leek het erop of hij even bij de Action was gaan shoppen.
De mensen konden telefonisch geen contact meer met hem krijgen en op zijn zogenaamde bedrijf op de Newtonweg vingen ze eveneens bot. ‘O, u komt voor de oplichter’, werd daar gezegd. Breedvoerig legde de klusjesman uit dat het allemaal zijn schuld niet was, dat hij zijn klanten niet kon compenseren door tenminste de voorschotten terug te betalen. Zijn ex was ervandoor met het geld . Dat zijn eigen bedrijfjes niet meer ingeschreven stonden bij de KvK: hij wist het niet: de ex deed alle administratie.
De moeilijkheid is te bewijzen dat er van oplichting sprake is geweest of gewoon van slecht ondernemerschap. De officier van justitie gaat uit van het eerste. Hij eiste 240 werkstraf plus en half jaar cel voorwaardelijk. Daarnaast terugbetaling aan de staat van ruim 22.000 euro: het bedrag dat met oplichtingspraktijken zou zijn verdiend.
Inmiddels heeft S. een gewone baan in loondienst, bij een specialistisch schoonmaakbedrijf.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak.