BINNENSTAD – Wie wil praten over wat die met oude boeken en antieke boeken in het algemeen aan moet, kan daarvoor op vrijdag 6 december terecht in Academiehuis de Grote Kerk.
Belangstellenden kunnen er met de Zwolse antiquaar Rob de Bree en andere Zwollenaren praten die ook (iets met) oude boeken hebben. Een onderwerp is de vraag wat men eigenlijk heeft aan stokoud, ofwel antiek drukwerk. Daarover in gesprek gaan kan ook elke volgende eerste vrijdag van de maand van 12.30 tot 14.30 uur in Academiehuis de Grote Kerk. De deelnemers gaan daar met elkaar aan tafel in de consistoriekamer.
Vergelijken
Wie nog ergens stokoude boeken heeft staan of liggen en niet weet wat die er mee zou kunnen of moeten doen, wordt geadviseerd ze mee te nemen. De Bree neemt zelf wat antiek spul mee om te laten zien en om daarmee aannemelijk te maken dat eeuwenoude boeken de moeite waard zijn om te bewaren, in te lezen en in te kijken. “Ze laten ons zien hoe onze voorouders omgingen met elkaar, met hun kinderen en met hun spullen. En wat voor ideeën ze erop na hielden”, zegt hij. “Nog interessanter is om onze voorgangers met ons vergelijken. Niet om ze lang na hun afscheid van deze wereld op de vingers te tikken en te beschuldigen van allerlei fouten en misstappen, maar om te constateren, dat wij in allerlei opzichten precies op hen lijken. En dat we in andere opzichten een voorbeeld aan hen zouden kunnen nemen.”
Pleidooi
Op deze derde zitting van Oude boeken in de Grote Kerk neem Rob weer werk mee van een van de meest verdienstelijke mensen en kunstenaars uit Zwolle uit de oude tijd. Van Rhijnvis Feith die in de Bloemendalstraat en op buitenplaats Boschwijk heeft gewoond. In 1783 heeft hij de roman Julia geschreven: de Turks Fruit van de achttiende eeuw. De veelzijdige Rhijnvis Feith heeft meer dan de meeste andere Nederlandse dichters en schrijvers van zijn tijd bijgedragen aan de modernisering van onze literatuur. En net als Jan Wolkers heeft Feith ook een pleidooi gehouden voor liefde en vriendschap in menselijke relaties.