(door Erika Schuuring)
STADSHAGEN - Stadshagen krijgt een Tiny Forest, een dichtbegroeide wildernis van duizend bomen waar bewoners actief kunnen zijn. Kinderen leren over de natuur en bewoners ontmoeten elkaar op een gezonde plek.
De wijkbewoners gaan op 30 november de bomen samen planten in aanwezigheid van Michiel van Willingen, wethouder duurzaamheid, en Hester Maij, gedeputeerde Landelijk Gebied en Culturele Infrastructuur bij de provincie Overijssel. Het kleine bos verrijst op de rand van Stadshagen, aan de Oude Wetering en naast basisschool de Boxem en kindcentrum De Paperclip.
Milou van Rijn, adviseur en betrokken wijkgenoot, woont meer dan twintig jaar in Stadshagen. Nadat zij meerdere pogingen deed het project naar Zwolle te halen, lukte het haar eind vorig jaar. Het project is in trek. Wijkgenoten, kinderopvang en basisscholen zijn betrokken, maar ook studenten van de Groene Welle en Windesheim. Milou is enthousiast: “Als ik in het bos loop, word ik blij en ontspannen. Alleen zie je in de openbare ruimte vooral gras. Ontspanning krijg je pas echt in een bos. Op het moment dat je bos dichtbij in de stad hebt, komen kinderen in aanraking met natuur. Dan gaan ze later anders nadenken over de openbare ruimte en hoe ze daarop moeten passen. Het Tiny Forest is niet zo groot voor een bos,” zegt ze. “We moeten bedenken hoe we dat doen, zonder elkaar in de weg te lopen. Ik heb overleg met de opbouwmedewerker over het beheer van het bos en hoe we partijen aan elkaar kunnen verbinden.” Studenten van Windesheim ontwikkelen in het weekend van 13 oktober een plan de campagne voor het Tiny Forest in het kader van het interdisciplinair Honours programma en het thema sociale innovatie en samenleving. De provincie Overijssel heeft subsidie verleend tot de zomervakantie van 2018.
“Verbinden, met elkaar zien hoe je eigen bos groeit. Dan sta je er meer bij stil bij hoe alles zich ontwikkelt,” zegt Maartje Langeslag, junior projectleider Kind & Natuur van IVN, Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid. “Het oorspronkelijke idee voor het kleine bos komt van de Toyota-ingenieur Shubhendu Sharma. Hij paste de principes van Toyota’s productiesysteem toe op de Miyawaki-bosbouwmethode.” Maartje motiveert buurtgenoten samen nieuwe natuur te ontwikkelen en te ontdekken. Als projectleider helpt ze de bewoners van Stadshagen om het project van de grond te krijgen.
“Het is de bedoeling dat wijkbewoners het bos van vijfhonderd vierkante meter zelf gaan realiseren. Zij moeten echt betrokken worden bij het planten van de bomen en het onderhoud, zodat ze er met elkaar een fijne plek van kunnen maken. Het buitenlokaal van honderd vierkante meter is bedoeld voor de buitenlessen.” De klassen die mee doen met Tiny Forest krijgen voorbereidende lessen van IVN.
Vorige week is het voorbereidende overleg geweest met twee ecologische hoveniers. Zij maken het beplantingsplan compleet. “We kijken naar de bodem en wat het nodig heeft. Voor een optimaal klein bos worden dertig soorten bomen geplant zoals zwarte bes, laurierwilg, vuilboom en veel climaxbomen. Bij het plantmateriaal worden langzaamgroeiers (ongeveer tachtig procent) en snelgroeiers (circa twintig procent) in hoge dichtheid op elkaar gepoot, zodat er een relatief snel dichtgroeiend bos ontstaat. Het is de bedoeling dat de biodiversiteit met inheemse bomen zo groot mogelijk wordt”, licht Maartje toe. “De grond wordt zo bewerkt dat een bosgrond ontstaat die luchtig is, watervasthoudend en voldoende voedingstoffen heeft. Het moet een natuurlijk en compact bos worden. Een echte wildernis met veel meer bomen op de vierkante meter dan normaal. Dan komt er ook een strijd om het licht en schieten ze omhoog. Om het bos staat gedurende twee jaar een hek. Daarna is het onderhoudsvrij.”