(door Mark de Rooij)
PADEL
Zo snel als Marc Beunk had gehoopt, bij de start in 2017, gaat het niet met Padel Zwolle, maar de uitbreiding van twee naar vier padelbanen op het terrein aan de Middenweg is aanstaande. En die vijfde en zesde baan gaan er op termijn ook komen. Volgens Beunk is daar in een stad met 120.000 inwoners vraag genoeg voor. “Als je sportief bent en je houdt van balspelletjes, ben je binnen twee, drie keer verkocht.”
Marc Beunk is ondernemer, tennisleraar en heeft zich inmiddels behoorlijk gespecialiseerd in padel. De sport die de laatste jaren zo’n enorme vlucht heeft genomen in Europa lijkt in Spanje uitgegroeid, maar in Nederland en omringende landen nog (lang) niet.
Padel (uitgesproken als pa-del, met een Nederlandse a en de klemtoon op de tweede lettergreep) is begonnen in Mexico, overgewaaid naar Argentinië, Spanje en is sinds 2016 aan een opmars bezig in Nederland. De racketsport wordt gespeeld met dubbelteams op een veld van 20 x 10 meter dat is omgeven door een glazen wand en hekwerk. Het racket is een kruising tussen een tennis- en squashraket, maar dan zonder snaren en met gaten geboord in het racketblad.
Beunk was met zijn Padel Zwolle een pionier in deze omgeving. “Er zat niks in de driehoek Joure, Nijkerk, Enschede. We wilden de eersten zijn”’, aldus Beunk, die vooral door dit aspect enorme groeimogelijkheden zag. Omdat Hattem en Dronten niet lang daarna ook voorzien waren van padelbanen, stagneerde die groei enigszins. Ook spelers uit Kampen die aanvankelijk in Zwolle speelden, en daar ook een competitieteams vormden, bedrijven de dynamische racketsport nu op hun club KJLTC.
Ondanks dat die groei dus iets minder snel is gegaan, heeft Beunk niets te klagen. Voor de coronatijd liep het storm en dat doet het inmiddels weer. “Als je nu een baan wilt huren in de piekuren (`s avonds en in het weekeinde) moet je twee, drie weken vantevoren boeken. Dan loop je tegen je tax aan en dan moet je oppassen. Je wilt mensen niet teleurstellen omdat je altijd vol zit.”
Afhankelijk van de bouwers, zegt Beunk, staan er binnenkort vier in plaats twee padelbanen. “Er zijn maar vier bouwers in Nederland, die zijn stervensdruk. Ik wil graag dezelfde (Adidas-)banen. Anders krijg je het gezeur van ‘ik wil op baan één, twee. Die speelt net even anders, het glas geeft anders mee’. Dat soort praat krijg je dan.”
Laagdrempelig houden
Was Beunk bij de start in 2017 nog fel gekeerd tegen aansluiting bij de KNLTB, dat in de strijd tegen teruglopende ledenaantallen padel als een reddingsboei zag. Inmiddels zijn de Nederlandse Padelbond en de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond gefuseerd. “Maar mijn spelers hoeven niet lid te worden, anders was het ook niet gelukt”, vertelt Beunk. Dat verplichte lidmaatschap was een van de redenen waardoor Beunk er aanvankelijk weinig voor voelde om zich met zijn (commerciële) padelcentrum bij de tennisbond aan te sluiten. En daarin was hij niet de enige. “Je moet het zo laagdrempelig mogelijk houden. Faciliterend voor spelers,” weet Beunk.
“Het is te gek voor woorden dat er vier jongens uit Dronten naar mij komen om hier te padellen terwijl er daar ook een baan ligt. Daar moesten ze eerst lid worden. Dan weet je niet hoe het tegenwoordig werkt. Je moet mensen eerst laten kennis maken met het spel.”
Groei
Beunk verwacht dat padel nog lang niet is uitgegroeid in ons land. “Nederland heeft een fantastische infrastructuur, de temperatuur is goed. Het belangrijkste is dat er overal banen komen. In Zweden hebben ze geen concurrentie meer van tennis. Daar zetten ze een indoorcentrum neer van twintig banen. Zo’n baan is dan ook veel goedkoper omdat die niet tegen windkracht zoveel hoeft te kunnen... Dan groeit zo’n sport hartstikke snel. Dat kan hier ook, de sport heeft het in zich. Als je sportief bent en je houdt van balspelletjes, ben je binnen twee, drie keer verkocht. Ik zweer het je.”
Padel in coronatijd
Net als alle sportverenigingen heeft Padel Zwolle te lijden gehad onder de coronatijd, maar mede dankzij de TOZO (vergoeding van 4000 euro) kwam Beunk die periode goed door. Later ontsnapte hij nog wel aan een officiële waarschuwing toen een boa op bezoek kwam om te zien of hij zich wel aan de coronaregels hield. De regels voor buitensporten waren weliswaar versoepeld, maar 1,5 meter afstand was voor volwassenen nog steeds vereist.
“Die Boa komt hier en vraagt ‘waar zijn de pylonnetjes? Je moet wel pylonnen op de baan zetten anders kunnen ze geen 1,5 meter aanhouden.’ Ik zeg ‘dat gaan we niet doen, dat is gevaarlijk. Bovendien willen spelers dat helemaal niet. Dan kom ik weer in die TOZO terecht en dat lijkt me ook niet de bedoeling’”, vertelt Beunk, die met de boa een compromis bereikte. De pylonnen werden uiteindelijk buiten tegen het glas aangezet. “Iedereen vroeg ‘waar zijn die dingen voor’ dus het viel wel op.”
Ieder nadeel heb...
De coronatijd gaf Beunk een goed inzicht. “Het voordeel van dat rotvirus is dat mensen volgens mij nog meer zijn gaan nadenken over hun gezondheid. Over het belang van fit zijn. Dat kan op de lange termijn wel eens een voordeel zijn.”
