(door Mark de Rooij)
ZWOLLE – De Super Cup, en daarmee de vierde prijs in de historie, is al binnen als de Amerikanen Jordan Johnson en Martez Walker met een paar tellen op de klok samen op de basket afgaan en het publiek een toegift geven: Johnson gooit de bal richting de basket waarna Walker deze uit de lucht plukt en in één beweging binnen dunkt. Het Landstede Sportcentrum ontploft.
Het is assist nummer vier voor Johnson, die daarnaast 26 punten scoort en ook nog eens zeven rebounds pakt. Rara, wie is de man van de wedstrijd? Was het in de laatste oefenwedstrijd vooral Walker die indruk maakte en met 21 punten topscorer werd, in de wedstrijd tegen bekerwinnaar Leiden steelt Johnson dus de show. Onder het licht van de op Mohamed Kerrazi (ex-Leiden) gerichte schijnwerpers door dribbelt, passt en scoort de kleine Johnson dat het een lieve lust is.
Wie niet sterk is moet slim zijn, maar het zijn vooral de snelheid, wendbaarheid en doelgerichtheid van de Amerikaan die indruk maken. Als hij aanzet, is hij niet te houden en met zijn 1m80 glipt hij overal langs en onderdoor. De man die Kaza Kajami-Keane moet doen vergeten is uiteraard blij met de winst, maar blijft ook kritisch. Zeker op zichzelf. Hij wil nog meer brengen en meer sturing geven aan het team. Verdedigend moet het ook nog scherper. Wel ziet hij dat er al een hecht team staat in Zwolle, dat volgens hem alleen nog maar beter kan worden.
“The sky is the limit”, zegt Johnson die met de andere Amerikaanse spelers samenwoont in Zwolle. Vooral het weer bevalt hem erg goed tot dusverre en naast ‘hoi’ is ‘zon’ dan ook één van de Nederlandse woorden die hij tot nu toe geleerd heeft.
Net als het publiek, dat hem verkiest tot man van de wedstrijd, is trainer Herman van den Belt onder de indruk van het spel van Johnson. “Hij heeft wel wat laten zien. Maar één zwaluw maakt nog geen zomer”, zegt Van den Belt, die vindt dat Johnson het team nog veel meer bij de hand moet nemen.
“Hij is in zijn karakter wat afwachtend. We hebben gesprekken met hem gehad over wat we van hem verwachten. Hij moet de boel runnen, anderen beter maken. Hij is de buschauffeur en andere spelers moeten dan wel weten wanneer die bus vertrekt en stil staat. Daarin moet hij investeren en dan gaat het niet alleen om de wedstrijd. Dat moet je al eerder doen. Dat is wat leiders doen: mensen vragen wat zij nodig hebben en wat zij willen.”