(door Mark de Rooij)
ZWOLLE – Op de lange, met valkuilen bezaaide weg naar een volwaardig bestaan als tennisprof koos de talentvolle Wisse Jonker vorig jaar voor het pad van college tennis. Na een half jaar aan de East Carolina University in de VS staat de droom om prof te worden nog overeind en heeft de negentienjarige Zwollenaar zich ontdekt als studiedier. Over persoonlijke groei, de Amerikaanse teambeleving, heimwee en een bezoek aan Wimbledon.
“Ik ben sterker geworden, zowel fysiek, als mentaal als persoon. Dus ik ben als tennisser wel beter geworden. Je ziet de verbeteringen alleen niet meer zo duidelijk. Het gaat er meer om wie de bal nog een keer vaker over het net slaat. Het tennis is bijscherpen. Ik heb daar veel wedstrijden gespeeld. Daar wordt je mentaal sterker van. Daarvoor ging ik daar ook heen, om veel te spelen. Daarom was ik ook heel blij dat ik iedere keer in de line-up stond. Tot dusverre gaat het heel goed. De droom om proftennisser te worden, blijft staan. Dat wil ik nog heel graag.”
Als persoon gegroeid
“Je wordt toch een beetje in het diepe gegooid. Je moet alles zelf regelen. Boeken ophalen, inenten, heel veel dingen die je moet doen voor zo’n jaar begint. Spannend. Je weet niet wat je moet verwachten. De taal was in het begin wel eens een barriere. Mijn eerste essay van duizend woorden, daar deed ik heel lang over. Inmiddels begin ik ook al in het Engels te denken. Het gaat hartstikke goed. Die studie haal ik wel, ik wil er alleen voor zorgen dat ik niet met alleen maar C’s (zessen) overga.
Teambeleving
“Ze zijn ‘loud’. Je moet er aan wennen, maar iedereen doet het. Het is wel fijn als je voelt dat je team achter je staat. Dat geeft energie. Voor mij was het nieuw, maar ik werd wel gezien als een leiderstype voor de toekomst. Sommige jongens zijn heel luid, hebben er schijt aan, maar ik juich inmiddels ook. Het is een soort van Davis Cup-sfeer. In Nederland is het ineens heel stil tijdens een wedstrijd. Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg. Daar is het veel gekker. Veel fanatieker. Nooit zulk teamverband in tennis ervaren. Dat vond ik ook leuk aan voetbal vroeger.”
Studie
“Als Freshman (eerstejaars) zit je elke avond in de study hall. Eerste vier maanden van zondag tot en met donderdag van half acht tot half tien ‘s avonds. Je moet een 3.0 staan om daar uit te mogen. Ik sta daar op 3.6, dus dat hoef ik straks niet meer. Het ritme was school, tennissen, conditietraining, fysio, snel eten en dan naar study hall. Best kort op elkaar. Gelukkig is dat slopende schema achter de rug. Ik ga niet meer om acht uur naar school gelukkig. Kan nu zelf schema samenstellen.
Weet je? De structuur, het ritme beviel me uiteindelijk wel. Ik was altijd meer van het deadline werken, tevreden met een zesje. Daar MOET je studeren, ik werk nu heel goed vooruit. Ondanks dat ik het niet leuk vond, was het wel goed voor me. Ik ben nog nooit zo goed voorbereid geweest qua schoolopdrachten. In tennis had ik nooit moeite met discipline. Met school wel. Het is wel lekker dat ik nu ook eens goede cijfers haal. En niet met zesjes doorga. Ik ben nog niet echt een studiedier, maar wel beter voorbereid. Merk dat ik ook best wel goed kan leren. Niet bijzonder, maar wel bovengemiddeld. Ik moet er natuurlijk wel energie in stoppen.”
Heimwee
“Tuurlijk heb je moeilijke momenten. Toen ik daar vier, vijf weken was. Ik verloor een beslissend punt in de beslissende wedstrijd en dan zit je daarna drie uren terug in de auto. Gevoel dat je team hebt laten zitten en jezelf. Op dat soort moeilijke momenten verlang je wel een beetje naar huis.” En: “Op 21 maart was ik jarig en echt letterlijk op die dag werd ik ziek. Dan lig je te rillen in bed en denk je wel even van ‘was ik maar thuis’. Dat zijn maar momenten. Gelukkig hebben we Facetime en dat gebruik ik ook veel. Een keer in de twee dagen eigenlijk wel. Dat is hartstikke chill. Soms ben ik er ook te druk voor. Te druk om heimwee te hebben.”
Wimbledon
Een leuke bijkomstigheid van zijn nieuwe netwerk in East Carolina ervoer hij deze zomer, toen hij dankzij twee Britse teamgenoten een dag op Wimbledon rond liep. Hij sprak er even met oude bekende Raemon Sluiter, een paar keer zijn trainer bij een juniorenlandenwedstrijd , zag Zverev en Del Potro. En zat op de tweede rij bij Novak Djokovic, die een paar keer naar hem schreeuwde. Althans, zo leek het. “Wij zaten precies voor zijn box, met zijn trainers. Soms schreeuwde die naar hun na een punt.”