De Swollenaer

Vrijdag, 20 september 2024

Nieuws uit Zwolle en omstreken

Unieke Oliemolen de Passiebloem opent de deuren op Nationale Molendag

Unieke Oliemolen de Passiebloem opent de deuren op Nationale Molendag
Foto: Erik-Jan Berends
Redactie: Erik-Jan Berends

(door Erik-Jan Berends) WIPSTRIK – Hoe vaak horen ze niet dat Zwollenaren ‘zo vaak zijn langsgefietst, maar nu toch maar eens binnen komen kijken’. Jacques van Santen en Henk Lollinga maken belangstellenden er maar al te graag op attent dat oliemolen de Passiebloem aan de Vondelkade van 10.00 tot 16.00 uur is geopend op zaterdag 13 mei, Nationale Molendag.

“Er worden rondleidingen gegeven in groepen, men kan pannenkoeken eten en in historische kleding op de foto”, vertelt Van Santen, voorzitter van de vriendenvereniging van de Passiebloem. “En vergeet vooral de kleurplaten niet”, vult Lollinga, gediplomeerd molenaar en instructeur toe. “Daarnaast hebben we ook een speciaal boekje voor kinderen over hoe een molen werkt.” In Nederland zijn nog zo’n elfhonderd molens, waarvan zeshonderd korenmolens, vierhonderd poldermolens en tachtig speciale molens. In die laatste categorie valt ook de Passiebloem. Lollinga: “Er zijn nog acht oliemolens in ons land. De Passiebloem staat nog op haar originele, historische locatie, de opslagkelders zijn nog intact en we doen hier het hele proces nog. Natuurlijk vindt iedere molenaar zijn eigen molen het meest bijzonder, maar ik kan het met feiten staven.”

De Zwolse molen is eigendom van de gemeente, is zo’n dertig jaar geleden gerestaureerd en heeft een aantal jaren geleden nog groot onderhoud gehad. “De Passiebloem is technisch goed”, stelt Van Santen. “De molen is in 1776 gebouwd en in gebruik genomen. In 1998 had de gemeente het voornemen de Passiebloem te verplaatsen, maar de buurt kwam daarop in opstand. Als we hem draaiend zouden houden, mocht die blijven staan. Zo zijn we nu met ruim 25 vrijwilligers actief, waaronder gidsen en molenaars. Versterking kunnen we altijd gebruiken. De molen is ook wel zo groot, dat je echt langs het proces moet lopen om het hele verhaal te kunnen vertellen.”

Wat bezoekers bij het binnenkomen van de molen het meest verbaast, is volgens Lollinga dat de grote maalstenen verticaal staan. “De meeste mensen kennen wel korenmolens, waarbij de stenen horizontaal op elkaar liggen. Hier pletten de stenen het lijnzaad in de voorslag, het wordt verwarmd en daarna bij de naslag nog een keer. Het is een intensief proces. Als het flink waait hebben we echt drie molenaars nodig. Voor de verwarming van het lijnzaad hebben we open vuur in de molen. Ook dat vinden veel bezoekers interessant.” De beide mannen glunderen als ze praten over het lawaai, het stampen van de molen in bedrijf. “De deuren moeten open staan voor het vuur”, legt Van Santen uit. “Zeker in de winter was het hartstikke koud in de molen. Verder stond men in de rook en het lawaai, het was echt aanpoten. Met name kinderen zeggen dat het hun niets lijkt, zo te werken. Maar vroeger moest men wel, anders was er geen brood op de plank. Overigens was de rook ook belangrijk voor het behoud van de molen. Het ongedierte ging er daardoor uit.”

“Zo’n molen lijkt speelgoed, maar is een kleine fabriek”, vervolgt Lollinga. “In dit gebied – vroeger in feite het industriegebied net buiten Zwolle - zaten vijf oliemolens. Net als bij een houtzaagmolen, kan je het hele proces heel goed zien. De olie werd gebruikt voor verf en zeep, maar ook de vervaardiging van linoleum. Rembrandt schilderde met lijnolie met kleurstoffen; het droogt snel en blijft lang elastisch. Ook gereedschappen worden met lijnolie ingesmeerd, waardoor ze beter behouden blijven.” Het lijnzaad voor de Zwolse molen werd via de Nieuwe Vecht aangevoerd vanuit Groningen en Duitsland. “Het vervaardigen van de lijnolie was een heel energiebewust en efficiënt proces”, weet Van Santen. “De lijnolie werd in vaatjes weer afgevoerd en de restanten van het lijnzaad werden in veekoeken verwerkt. Beide leverden ongeveer evenveel op. Er werd windkracht gebruikt en er bleef na het proces niets over.”

De motivatie van de vrijwilligers is zoveel mogelijk bezoekers te trekken, de kennis van het proces in ere te houden en het historische verhaal erbij te vertellen. Door de molen regelmatig te laten draaien, blijft die ook beter behouden. Normaal gesproken is de Passiebloem iedere derde woensdag van de maand geopend voor publiek, maar zeker iedere eerste en derde zaterdag en op bijzondere dagen als Nationale Molendag en Open Monumentendag. Groepen zijn ook andere dagen welkom, mits er een molenaar beschikbaar is. Jaarlijks bezoeken ook veel scholen de molen, waaronder techniekstudenten van het Deltioncollege.