De Swollenaer

Donderdag, 19 september 2024

Nieuws uit Zwolle en omstreken

TIZ brengt locatietheater over de rafelranden van de stad en het leven

TIZ brengt locatietheater over de rafelranden van de stad en het leven
Foto: Eigen foto
Redactie: Erik-Jan Berends

BINNENSTAD – Theater Initiatief Zwolle (TIZ) en Brassband David verzorgen, in samenwerking met de Zwolse Architec¬tuur Biënnale 2018, vier voorstellingen in Zwolse stegen.

De première is op vrijdag 6 juli om 20.00 uur; de overige voorstellingen zijn op zaterdag 7 juli om 20.00 uur en zondag 8 juli om 15.00 en 20.00 uur. Ze beginnen bij de Sassenpoort.

‘Stegen zijn smal, donker, vies en eng. Je wilt er niet zijn en loopt er het liefst zo snel mogelijk aan voorbij. Maar stegen zijn ook de afslagen die je (on)bewust hebt genegeerd, de overtuigingen waarin je hopeloos bent verdwaald, de lastige herinneringen die je diep hebt weggestopt.’ De Oversteeg is locatietheater met spannende muziek in en rond de stegen in de

Sassenstraat. Bezoekers laten zich meevoeren in deze Zwolse stegen, maar ook in de donkere, angstige, onzekere stegen in het leven van de geslaagde zakenvrouw, de geniale muzikant en de opportunistische architect. Zo maakbaar als alles in hun hoofden lijkt, zo weerbarstig blijkt alles in confrontatie met de werkelijkheid. De Oversteeg is een tragikomedie op een paar vierkante meter. Succes, falen, empathie, arrogantie, een lach, een traan maar ook tekst en muziek gaan naadloos in elkaar over. In De Oversteeg wordt de toeschouwer letterlijk en figuurlijk een aantal stegen in gezogen.

De muziek tijdens de voorstellingen wordt verzorgd door Brassband David onder leiding van Wilbert Zwier. De regie is in handen van de Zwolse meesterverteller Stan Fritschy. Thijs Verster doet de pr en Jehudi van Dijk verzorg het decor. De bewoners rondom de voorstellingslocaties hebben hun medewerking verleend om de voorstellingen mogelijk te maken.

Kaarten kosten 12 euro per persoon en zijn te reserveren via www.tiz.nu of te koop aan de kassa bij de Sassenpoort. Deze voorstelling is mede mogelijk gemaakt door het Prins Bernhard Cultuur Fonds.