ZWOLLE-ZUID - Hospice Lotus bij Zorgspectrum Het Zand aan de Hollewandsweg bestond in augustus zes jaar. De komst van een steeds grotere groep palliatieve patienten deed de zorggroep besluiten in 2013 een eigen hospice te beginnen. Zwolle kent twee hospices: één aan de Wipstrikkerallee, dat volledig door vrijwilligers wordt beheerd en hospice Lotus dat als ‘high care’ hospice 24 uur per dag verpleegkundigen in huis heeft en waar specialistische hulp direct beschikbaar is.
Begonnen met vier bedden telt het hospice er nu zeven en is daarmee groot. “De zevende kamer was eerst nog een logeerkamer voor familieleden, maar aangezien er eigenlijk constant een wachtlijst is, is besloten ook deze kamer voor een gast, zo noemen wij onze cliënten, beschikbaar te stellen”, vertelt teamcoördiantor Linda Wassink. De professionals zorgen er, samen met 38 gastvrouwen en -heren, voor dat bewoners er op een zo prettig mogelijke wijze hun laatste levensfase kunnen doorbrengen. Wassink: “De gasten komen vooral via het ziekenhuis of de huisarts binnen. Zij hebben een terminaalverklaring, waarin staat dat de verwachting is dat ze niet meer dan drie maanden te leven hebben. In de regel hebben ze hier een heel goede tijd. Vooral in het begin zie je ze vaak erg opknappen. Aandacht doet veel. Het ‘moeten’ is bij hen ook helemaal weg.”
Kinderen
“De reden dat mensen voor een hospice kiezen, kan zijn omdat zorg in de laatste levensfase erg belastend kan zijn. Dan helpt opname in een hospice ook de verzorgende”, legt verpleegkundige Diana Rabbelier uit. “De medische situatie van de gast brengt vaak ook onrust, angst of toenemende verwardheid met zich mee. Voor hen is het heel belangrijk dat er iemand naast het bed kan zitten. Verder zien we nog steeds mensen die helemaal alleen zijn en niemand hebben die voor ze kunnen zorgen.” “We hebben een enorme diversiteit aan gasten, zowel in leeftijd als in achtergrond”, voegt Wassink toe. “Op het einde van het leven, is iedereen gelijk. De jongste persoon die hier is overleden was een vrouw van 32 die op dat moment een kind van een half jaar had. Dat is wel pittig, zeker als er kleine kinderen rond het bed huppelen.”
‘Rotbaan’
‘Wat heb je eigenlijk een rotbaan’, krijgt Rabbelier dan ook wel eens te horen. “We zien ontzettend veel lachende mensen”, relativeert ze. “Onze gasten weten dat ze doodgaan en daarom zorgen we voor een zo plezierig mogelijke tijd. Zo komt de wensambulance hier en organiseren we activiteiten als een high tea. Deze week waren er nog contactclowns die op een respectvolle manier contact leggen en proberen bij het gevoel van de gasten te komen. Ze doen gek waar het kan. Mensen worden geraakt en er zijn ook gasten die het uitgieren van het lachen. Je ziet vaak al in de mimiek wat het met mensen doet. Het moet waardig zijn en passen in de ambiance. Overigens hebben we hier ook al een pony, biggetjes, een geit en een fret in huis gehad. We denken in mogelijkheden. De gasten vinden het fijn dat ze professionals om zich heen hebben, maar ze zoeken ook nadrukkelijk het intieme contact. Goede voorlichting, ook naar de familie, is ontzettend belangrijk en haalt veel angst weg. Als de gast dat goed vindt, delen we als verpleegkundigen ook essentiele informatie met de vrijwilligers.”
Vertrouwen
Annemarie Roth is nu ruim een jaar bij hospice Lotus actief als gastvrouw. “Ik zat redelijk goed in de tijd en mijn ouders waren pas overleden. We hebben nog een mooie tijd en een goede sfeer om hun stervensperiode gehad. Die ervaring kan ik hier goed gebruiken. Ik weet ook dat ik niet bang voor de dood hoef te zijn.” Vooral in het begin heeft ze bij het hospice wel even haar draai moeten vinden, erkent ze. “Je moet er ingroeien en leren alert te zijn, zodat je goed kunt inschatten wanneer je echt nodig bent. Ondertussen vind ik het steeds leuker worden. Zo heb ik laatst bij iemand mogen waken en dat vond ik een bijzondere ervaring. Het is een mooi blijk van vertrouwen dat je dat intieme moment mag delen. Je kunt mensen immers nooit zo kwetsbaar meemaken als op hun sterfbed. Het voelt soms wel als een soort inbreuk, daarom moet je heel goed aanvoelen wanneer je er wel en niet moet zijn.”
Klaverjassen
George Hiemstra woont tijdens het interview drie weken in hospice Lotus. “Het was de eerste dag even wennen, maar het is hier geweldig”, vertelt hij enthousiast. Enkele maanden geleden kreeg hij in het ziekenhuis de diagnose dat hij een tumor had. Dat hij diezelfde middag onder behandeling zou moeten, sloeg hij resoluut af. “De arts vond het niet leuk, maar die middag had ik klaverjassen bij inloophuis de Bres en dat wilde ik niet missen. Dus, ‘nu even niet’.” De conditie van Hiemstra liep daarvoor al hard achteruit. “Als ik van huis naar de Bres liep, moest ik steeds gaan zitten. Zo moe was ik.” Nu staat in zijn kamer een rode scootmobiel, waarmee hij zich kan verplaatsen. “Ferry, heet ie”, zegt Hiemstra lachend. “Afgeleid van Ferrari.” Iedere dag ouwehoeren met een lach en een traan is wat Hiemstra op de been houdt. “Wel meer lach dan traan”, benadrukt hij. “Doodgaan is niet leuk, maar ik blijf geintjes maken. Zo ben ik. Ik probeer het leuke uit het leven te halen.”
Emoties
De voorgestelde chemokuur wil hij niet. “Mijn moeder heeft daarvan veel pijn gehad. Ze is gestorven op mijn schoot.” Haar overlijden leidde uiteindelijk ook tot een breuk met zijn broer en zus. Tot zijn verrassing belde zijn broer hem onlangs in het hospice op. “We hebben samen een punt gezet achter het verleden”, vertelt Hiemstra. “Die avond kwam hij met mijn zus op bezoek. Dat was heel ontroerend; alle emoties kwamen los. Een week later waren ze er weer. Het is weer helemaal als vanouds. Alsof er geen achttien jaar tussen hebben gezeten.”
Tatoeage
Bij een wensmedewerkster mocht Hiemstra nog drie wensen doen. ”De eerste was nog een keer naar Canada, waar ik ben geboren. Maar dat kan ik natuurlijk wel vergeten. De andere twee zijn een tatoeage op m’n borst met de namen van mijn dierbaren en een ritje op een motor. Die twee gaan in vervulling, fantastisch.” Het hospice bevalt hem prima. “Ik vermaak me hier uitstekend. En, wat ik gedaan wil hebben, gebeurt. Ik heb me erbij neergelegd dat ik binnenkort ga sterven. Het is einde verhaal.”