De Swollenaer

Zondag, 20 april 2025

Nieuws uit Zwolle en omstreken

De Mandarijn: nostalgische sferen in hartje Zwolle

De Mandarijn: nostalgische sferen in hartje Zwolle
Foto: Pedro Sluiter
Redactie: Erik-Jan Berends

(door Peter de Jong) BINNENSTAD - Na twintig jaar ziel en zaligheid in restaurant de Mandarijn te hebben gelegd, gaan Thea (58) en Jan (67) Siemens op voor een volgende fase in hun leven. Deze zomer zet het echtpaar een streep onder hun ‘derde’ kindje. Vraag is, wie neemt de Mandarijn over?

Zijn jongensdroom, een eigen restaurant, is helemaal uitgekomen. Geboren in De Wijk, getogen in Zwolle en geschoold in Amsterdam en Den Haag; Jan Siemens beleeft veel voorgeschiedenis buiten de provinciehoofdstad. Nu, op 67 jarige leeftijd, kijkt hij met veel plezier en voldoening terug op zijn jonge jaren. Een periode waarin hij zowel in eigen land als in Zwitserland de nodige horeca-ervaring mocht opdoen. Totdat een pand in de Mandjesstraat in Zwolle vrij kwam. Jan was inmiddels de liefde van zijn leven tegengekomen en samen met Thea gingen ze toch maar eens een kijkje nemen. “Zwolle was mij bekend, ik ben er opgegroeid en heb hier de lagere school en de ULO gevolgd. In eerste instantie wilden wij in Veghel iets voor ons zelf beginnen. Helaas kregen wij de financiën niet rond met de bank. De situatie in Zwolle was anders. En Thea en ik waren enthousiast over het pand en de locatie. Dat moest met ons tweetjes gaan lukken”, weet Jan zich te herinneren over het jaar 1998.

Twintig jaar na dato is er veel gebeurd. Hard werken, in 2012 gekozen tot het leukste restaurant van Zwolle maar bovenal, eten vanuit de gedachte dat het vooral lekker, puur en eerlijk moet zijn. Jan en Thea zoeken aansluiting bij slowfood, brengen als eerste restaurant de Zwolse mosterd op de kaart en willen vooral weten wie de mens is achter bepaalde producten. Thea: “Dat vind ik heel belangrijk naar onze gasten toe. Om ze te informeren hoe een product tot stand komt. Zoals de Nederlandse wijnen. In het begin was het best lastig om deze wijnen aan de man te brengen. Maar vertel je het hele verhaal, dan blijkt dat te werken. Als gastvrouw vind ik dat een leuk onderdeel van mijn werk. Zelf leasen wij een paar wijnstokken in het Reestdal. Ook op die manier blijven wij betrokken bij dit product.”

Een ander moment; topkok Pierre Wind komt in 2001 een kijkje nemen in het restaurant van Jan en Thea. Dat moment blijft voor het echtpaar Siemens onvergetelijk. Jan: “we dachten, nou die Pierre blijft hooguit tien minuten. Het werden drie uren, op een koude zaterdagmiddag. Wind was oprecht belangstellend en het drukke gedrag van hem, dat viel reuze mee. Later zijn we hem nog twee keer tegen gekomen. Tijdens de Horecava en in het jaar dat Zwolle hoofdstad van de Smaak was. Steeds kwam hij naar ons toe en memoreerde aan de Zwolse mosterd. De man heeft een bijzonder scherp geheugen en is zeer vriendelijk in de omgang.” Het artikel dat Wind over zijn ontmoeting met Jan en Thea schreef – gepubliceerd in maart 2001 in het toenmalige Zwolle Magazine -staat als een ware eye catcher op de site van de Mandarijn. Wind prijst vooral de voorkeur van Jan en Thea voor regionale producten. De relatief kleine behuizing van de Mandarijn, met een capaciteit van 35 zitplaatsen, doet niets af aan de kwaliteit van het menu. Nog steeds zegt Thea: “thuis maar toch een uit sfeer. Kijk om je heen, Hollandse nostalgie met emaillen potjes, schaaltjes en borden aan de muur.” Inderdaad, de Mandarijn is een optelsom van verleden, heden en toekomst. Juist die toekomst speelt beiden parten. Nu het echtpaar een besluit heeft genomen om deze zomer te stoppen met de werkzaamheden, is de vraag: wie gaat de Mandarijn overnemen. Jan en Thea zien graag dat hun gedachtegoed wordt voortgezet. “Het is een instap klaar bedrijf met een goede naamsbekendheid. Twee mensen die elkaar begrijpen en aanvullen, met affiniteit voor eten en gasten, is de ideale combinatie. De charme van dit restaurant is ook dat het een klein bedrijf is. Het biedt diverse mogelijkheden en het is natuurlijk geen must dat geïnteresseerden ons gedachtegoed moeten voortzetten”