(door Erik-Jan Berends)
ZWOLLE-ZUID – “Niemand kon me vertellen wat er ging gebeuren”, vertelt Gerard Mostert (89). Onlangs blokkeerde zijn jongste zoon de datum van 25 november in zijn agenda. Die zaterdag schonk Zwolle Groenstad hem drie inheemse populieren in de Schellerdriehoek.
Eenmaal opgehaald door een zoon en dochter werd Mostert bij de Grenslaan opgewacht door de hele familie, mensen van Zwolle Groenstad, medewerkers van de gemeente Zwolle en later kwam ook wethouder Michiel van Willigen nog even langs. “Iedereen die vrij had kunnen nemen, was er”, stelt hij lachend vast. “En ze hadden gezorgd voor koffie en thee.” Zwolle Groenstad, dat zich sterk maakt voor het groen in de stad en met enige regelmaat herinneringsbomen plaatst, wilde de oprichter danken voor zijn jarenlange inzet. Een gebaar dat Mostert waardeert.
Weliswaar opgegroeid in Rotterdam, wilde hij als kind altijd boer worden. “Ik ben een beetje gek van Groningen”, vervolgt hij zijn verhaal. “Na het bombardement op Rotterdam heb ik een aantal maanden bij een boerengezin in Nieuwe Pekela gewoond. Verder kwamen mijn voorouders uit Maasland, dus ook van het platteland. Mijn opa introduceerde bananen in Nederland en mijn ouders hadden een groentezaak. Wellicht komt mijn interesse voor de natuur daar vandaan.”
Mostert deed de MULO en ging vervolgens naar de tuinbouwschool in Frederiksoord. ’s Zomers ging hij graag naar Groningen en leerde daar het boerenvak. In Rotterdam kreeg hij later bij de gemeente de zorg over het groen en had zo een kwart van de stad onder zijn beheer. “Ik was altijd bezig om groen ‘te verkopen’. Er was toen al Jeugdland in Rotterdam en ik ging naar bejaardentehuizen om te vertellen over groen. Ik hield eveneens lezingen over hoe de natuur zichzelf in stand houdt.”
In die periode was wethouder Nooter in Zwolle ook al bezig om kinderen te betrekken bij de natuur. “Hij liep daarmee voorop”, volgens Mostert. “Hij heeft mij naar Zwolle gehaald. Zo werd ik per 1 december 1962 Hoofd Groen bij de gemeente Zwolle, vlak voor die hele strenge winter. Mijn eerste werk was een broodactie voor de dieren.” Een ander aandachtspunt vormde voor hem het maaibeleid van de gemeente. Mostert vond dat er veel te veel werd gemaaid. “Twee keer per jaar vond ik genoeg, maar dat moet je dan wel eerst politiek verkopen. We zaaiden als eerste aan de Zwartewaterallee kamille en margrieten in de bermen en toonden aan dat het geen rotzooi hoefde te worden. Vanaf dat moment gingen we de Aa-landen in en zo werd de wijk een soort keurmerk van ‘zo is het de bedoeling’. Dat heeft weer geresulteerd in de ‘groene vingers’ in de wijk en het ontstaan van de Nooterhof, het eerste natuurproject waar men groentesoorten en wilde planten kon bewonderen. In stijl van natuureducatie werd later Park de Wezenlanden ingericht.”
Om bewoners meer bij het groen te betrekken, bomen samen te planten en ervoor te zorgen dat ze niet worden gekapt, richtte Mostert Zwolle Groenstad op. En vooral ook vanwege zijn passie voor bomen. “Een boom heeft in feite alles in zich. Het is een huis waar planten en dieren in wonen en hij zorgt voor zuurstof en CO2. Bomen zijn onmisbaar. Gelukkig hebben we in Zwolle in verhouding tot andere steden veel bomen.” Het groen loopt zo als een rode draad door zijn leven. “De meeste mensen kunnen veel van groen genieten”, vervolgt Mostert. “Maar velen niet voldoende.” Dat was voor hem aanleiding om de Stichting Groen & Handicap op te richten, inmiddels een landeljk kenniscentrum voor een toegankelijk landschap, natuur én openbare recreatiegebieden voor iedereen. “Deze organisatie heeft een fietsroute ontwikkeld van Den Haag tot Westerbork. Maar er is wat betreft plekken voor gehandicapten nog van alles te doen. De stichting is bij kleine speelplaatsen actief, maar ook in grote natuurgebieden.”
Bomen schenken aan scholen, vindt Mostert ook een goed idee. “Maar niet voor één feestelijke dag”, benadrukt hij. “Je moet iedere keer weer iets met die boom doen en de boom door de kinderen laten adopteren. Als ze dan van school af gaan, moeten ze ‘m overdragen aan hun opvolgers. Samen er voor zorgen en dat niet aan anderen overlaten.”
Het natuurbeleid staat in Zwolle volgens hem goed op de agenda. “Zo zie je dat in de stad leuke dingen worden gedaan met braakliggende terreinen. De gemeente geeft dat samen met Natuur en Milieu Overijssel naar mijn mening goed vorm. Mijn advies zou zijn: stug zo op deze weg doorgaan.”