De Swollenaer

Zondag, 20 april 2025

Nieuws uit Zwolle en omstreken

Terugblik op Corona 'Het was spannend, maar we zijn het samen aangegaan’

Terugblik op Corona   'Het was spannend, maar we zijn het samen aangegaan’
Ingezonden door: Tessa Klooster

Nederland kwam 3,5 maand geleden tot stilstand door de uitbraak en de verspreiding van Corona. Een virus waarvan we niks wisten en waarmee we geen ervaring hadden. De maatregelen die volgden, hadden en hebben grote gevolgen voor mensen die afhankelijk zijn van zorg. Ook voor de mensen die bij zorgorganisatie Frion wonen en werken. Hoe hebben zij dat ervaren en wat brengt het ze? Een terugblik.

“De uitbraak van het Cononavirus riep bij ons allemaal een bepaalde mate van stress en natuurlijk ook angst op”, vertelt Dinanda Zevalkink. De orthopedagoog is onderdeel van het Crisis Management Team van Frion, een zorgorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking. “Toch hebben we bij Frion in korte tijd een organisatie op gang gebracht om alles in goede lijnen te leiden. Makkelijk was het niet, maar ik vind dat we het met z’n allen goed gedaan hebben. Het is ontroerend om te zien hoe hard iedereen zijn best doet en deed.”

Steun aan elkaar

“Vooral in het begin was het een spannende tijd”, ervoer ook Peter Honig. De persoonlijk ondersteuner werkt op een locatie met mensen met een lichte verstandelijke beperking die een eigen appartement hebben. “Je belandt in een stress-situatie waarin je niet weet wat er gaat gebeuren. Gelukkig hebben we als collega’s veel steun aan elkaar gehad. We hielden en houden elkaar alert en denken mee. Ik heb het gevoel dat we gedaan hebben wat we konden en daar ben ik trots op. Ik hoop dat er geen tweede Coronagolf komt, maar mocht dat zo zijn, dan denk ik dat we het als team makkelijker en rustiger oppakken.”

Kruisbesmetting voorkomen

In korte tijd veranderde er veel. Dagbestedingscentra gingen dicht, dagbestedingscollega’s draaiden mee op woonlocaties, en verwanten en cliënten konden elkaar wekenlang niet zien. Alles om te voorkomen dat het virus zich zou verspreiden. Dinanda: “We hebben al heel snel afspraken gemaakt over welke locaties met elkaar in contact waren. Bij iedere woongroep zijn mensen van dagbesteding en/of uit het paramedische team toegevoegd, zodat personeel en cliënten niet met ander personeel en cliënten in aanraking kwamen. Daarmee voorkom je kruisbesmetting. Natuurlijk is dat ook wel eens onhandig. Want, wat doe je als een cliënt escaleert? Wat is zo’n geval de beste beslissing? Het is complex. Gelukkig hebben we daarin veel maatwerk kunnen bieden.”

Positiviteit uitstralen

Bij vermoeden van Corona belden medewerkers de Coronalijn. Deze werd bemand door een groep vaste Frionmedewerkers. Zij schakelden snel, en zorgden dat er testen en hulpmiddelen voor de betreffende locaties waren. Op de groep van persoonlijk ondersteuner Manon Slinkman werd een cliënt positief getest. “Het was heel prettig dat we de Coronalijn konden bellen. Dat gaf een fijn gevoel.” Zelf koos Manon ervoor om geen beschermende kleding te dragen. “Het was aannemelijk dat andere cliënten het virus ook bij zich droegen. Maar ik ben 25, heb geen kinderen en hoor niet bij de risicogroep. Daarnaast zag ik familie en vrienden tijdelijk niet en ging ik niet naar de supermarkt. Ik snapte de angst van collega’s wel, maar had die voor mezelf niet. We mochten zelf bepalen of we beschermende kleding droegen. Ik had het gevoel dat ik beter mezelf kon blijven en positiviteit uit kon stralen naar cliënten. Als ze me in een pak zouden zien, zouden ze alleen maar angstiger zijn.”

Beschermingsmiddelen

Niet alle collega’s hadden dezelfde ervaring. Manon: “Eén van mijn collega’s vertelde dat ze, toen er al geen besmettingen meer waren, graag een officieel mondkapje wilde dragen. Maar die kreeg ze toen niet. En dat vond ze moeilijk.” Orthopedagoog Dinanda Zevalkink kan zich dat goed voorstellen. Ze legt uit: “Op de groepen waar Corona was, of een vermoeden van Corona was, waren genoeg beschermingsmiddelen aanwezig. Vanuit angst en stress is vaak je eerste idee dat je die middelen ook moet hebben als er geen besmetting is. En dat is heel begrijpelijk. Maar de besmettingsperiode begint al in de twee weken voordat iemand symptomen vertoont. Daarnaast was er geen bewijs dat mondkapjes en kleding hielpen om besmetting te voorkomen. In het begin hebben we veel individuele gesprekken gevoerd met mensen die angstig waren. Om uit te leggen waarom beschermingsmiddelen wel of niet nodig waren. Maar als iemand een eigen mondkapje wil dragen, voor zijn of haar eigen gevoel, dan mag dat natuurlijk gewoon.”

Geen Quarantaine-units

Bij een besmetting bekeek het team van de cliënt samen met de orthopedagoog en Arts Verstandelijk Gehandicapten (AVG) welke vorm van quarantaine toegepast moest worden. Dinanda: “Frion heeft ervoor gekozen geen zogenaamde Quarantine-units in te richten. Die passen namelijk niet bij wat wij willen voor onze cliënten: een goed leven. Sommige cliënten wonen zelfstandig in een appartement en snappen prima waarom zij daar moeten blijven. Maar cliënten die op een woongroep wonen, begrijpen de wereld vaak een stuk minder goed. Haal je die dan uit hun vertrouwde omgeving? Dat is onmenselijk. Daar komt nog bij dat de besmettingsperiode in de twee weken voordat de cliënt verschijnselen kreeg, is. En vanwege de manier van wonen op een groep, gaf de GGD aan dat de kans groot was dat andere cliënten en begeleiders het ook hadden. Een Quarantaine-unit heeft ook dan weinig zin. In zo’n situatie besloten we dat zijn of haar hele groep in quarantaine ging.”

Versoepeling

Mathieu Kolber is persoonlijk ondersteuner. Hij werkt op een groep cliënten met een meervoudige beperking en kreeg Corona. Inmiddels is hij gelukkig en geeft hij plasma voor andere Coronapatiënten. “Ik voel nog wel eens iets in mijn longen en mijn conditie is achteruit gegaan, maar ik ben er weer.” Toen hij weer aan het werk kon, merkte hij dat er meer spanning op de groep was. “Voor cliënten gaan dingen anders dan anders. Ze kunnen niet naar hun eigen dagbesteding en ze begrijpen de maatregelen niet. Waarom mochten ze niet naar de winkel? En wanneer dan weer wel? Je kunt het ze niet goed uitleggen. En ondanks dat er fijne collega’s van de dagbesteding bij ons werkten, merkte ik dat er veel druk op ons team kwam. Gelukkig is de communicatie met onze orthopedagoog en bedrijfsvoeringspartner (leidinggevende) goed. We blijven met elkaar in gesprek.” Over de aanpak van Frion is hij over het algemeen tevreden. “Ik vind dat Frion het goed heeft gedaan. Misschien hadden we iets eerder kunnen versoepelen, hadden onze cliënten iets eerder weer naar huis gekund. In ons team hebben de meeste medewerkers en cliënten al Corona gehad namelijk. Maar ik snap dat dat achteraf gepraat is. Er zijn vast goede overwegingen geweest om de maatregelen voor iedereen te handhaven. En Frion moet zich natuurlijk ook aan de richtlijnen houden.”

Niet te letterlijk

Ook persoonlijk ondersteuner Peter ziet zowel goede punten als punten ter verbetering. “In het begin was er veel onduidelijk, op maatschappelijk niveau, maar ook bij Frion. We werden goed op de hoogte gehouden door middel van nieuwsbrieven, maar ik had graag ook wat meer uitwisseling tussen locaties gezien. En wellicht wat tips gekregen over hoe iedereen het aanpakt. Misschien een vlog van een bestuurder waarop je kunt reageren? En ik snap de keuze voor de richtlijnen niet altijd. Natuurlijk begrijp ik dat Frion ook te maken heeft met de regels van de RIVM. Misschien moet je die alleen niet altijd te letterlijk volgen. We hadden bijvoorbeeld een vaste invaller die ziekteverschijnselen had. In die tijd moest je nog komen werken als je geen koorts had. Deze invaller kwam toch niet, om zo niemand te besmetten. Achteraf bleek deze persoon geen Corona te hebben, maar ik vind dat je het risico sowieso niet had moeten nemen.”

Geen NOS

Sommige collega’s vonden het lastig dat Frion niet centraal communiceerde waar en hoeveel cliënten besmet waren met Corona. Dinanda legt uit waarom dat niet werd gedaan: “Het helpt niet om cijfers en plaatsen te delen als een soort NOS. Als mens willen we graag controle over de situatie, maar cijfers zeggen niet genoeg. Ze kunnen juist ook je angst voeden óf ervoor zorgen dat je de situatie onderschat. In die zin droeg dat niets bij. De kans dat je in Steenwijk besmet raakt, is net zo groot als in Zwolle.”

Samen met verwanten

Inmiddels is er ruimte voor verruiming en is bezoek, onder voorwaarden, op de meeste locaties weer mogelijk. Die versoepeling is in overleg met verwanten gegaan. Per groep keken orthopedagogen, bedrijfsvoeringspartners, collega’s en verwanten samen naar de wensen en de mogelijkheden. “Dat is belangrijk. Want elke groep is anders, de één is kwetsbaarder dan de ander”, zegt Dinanda. “We vinden dat de vrijheid van de één niet ten koste moet gaan van de gezondheid van de ander.”

Maatwerk en grote lijnen

De versoepeling betekent niet per se dat het er makkelijker op wordt. Dinanda: “Het blijft complex. In de eerste fase van Corona waren we veel bezig met stresshantering. Je voelt je veel meer verbonden met elkaar. Dat is een natuurlijke reactie. De richtlijnen gelden voor grote groepen en hoewel ze vervelend zijn, accepteer je ze. Maar in de huidige fase zijn mensen het zat dat er beperkingen zijn. En wordt ieders eigen verhaal weer belangrijker dan het grote geheel. Dat krachtenspel hebben we onderschat. We willen graag dat iedereen zeggenschap heeft, maar hoe maak je keuzes als ieders belangen anders liggen? Daarom moeten we er nu voor waken dat maatwerk niet onze grote richtlijnen overschaduwt.”

Goed gedaan

De afgelopen periode is er veel gevraagd van cliënten, verwanten en medewerkers van Frion. Dinanda: “Voor sommige cliënten bleek het goed te zijn dat ze niet naar een andere locatie gingen voor dagbesteding. Ze kwamen tot rust doordat er minder prikkels waren en gedijden beter. Maar er waren ook cliënten voor wie de Lockdown juist meer stress opriep. En dan konden verwanten en cliënten elkaar ook nog eens lange tijd niet zien. Dat is voor iedereen moeilijk. Ik vind dat ze het echt heel goed hebben volgehouden. En ook de begeleiding heeft het zo goed gedaan. Deze periode heeft een grote wissel getrokken op hun eigen netwerk en ze hebben zich flexibel getoond. Daarnaast zijn ze het met zichzelf aangegaan, én met elkaar. Ik hoor van veel collega’s dat ze ook kijken naar wat de achterliggende periode ze heeft opgeleverd. Dat vind ik heel knap.”