ZWOLLE - Bezoekers van de Zwolse natuurgebieden kunnen deze zomer vaker toezichthouders en opsporingsambtenaren tegenkomen als ze daar aan het recreëren zijn. Voor veel gebieden gelden namelijk regels om de natuurwaarden te beschermen.
De verschillende terreineigenaren, overheden, toezichthoudende instanties en politie hebben het afgelopen jaar afspraken gemaakt om vaker samen op pad te gaan. “Door de coronamaatregelen en het mooie weer dit voorjaar trokken veel Zwollenaren er op uit de natuur in”, aldus de gemeente Zwolle. “Die toegenomen recreatiedruk kan ook een bedreiging vormen voor de natuur in die gebieden. Daarom is het belangrijk dat er regelmatig toezicht wordt gehouden op het naleven van de daar geldende regels.”
Spelregels
Een groot deel van de Zwolse natuurgebieden is aangewezen als Natura-2000 gebied vanwege de hoge natuurwaarden. Denk daarbij aan de uiterwaarden van de Overijsselse Vecht, het Zwarte Water en de IJssel. Er gelden speciale spelregels voor bezoekers van deze gebieden, zodat de planten en dieren er ongestoord en veilig kunnen leven. Sommige terreinen zijn daarom niet of in bepaalde perioden niet toegankelijk, om de natuur niet te verstoren.
Boete
De eigenaren ervan hebben de spelregels aangegeven op borden en roepen bezoekers op om zich daaraan te houden. “Helaas leert de praktijk dat niet alle bezoekers zich houden aan deze spelregels”, meldt de gemeente Zwolle. “Overtreders lopen voortaan de kans om een boete te krijgen.”
Convenant
Door het teruglopen van het aantal ‘groene’ opsporingsambtenaren is er meer en meer behoefte bij overheden en natuurorganisaties om samen op te trekken. Daarom sloten ze vorig jaar een samenwerkingsconvenant. De gemeente Zwolle heeft zich daar eind 2019 bij aangesloten. Door toezichthouders en boa’s (buitengewoon opsporingsambtenaren) samen op elkaars terreinen te laten controleren, kunnen ze volgens de samenwerkende partijen efficiënter toezicht houden op de geldende wetten en regels én verbetert de onderlinge samenwerking. “Bijkomend voordeel is dat er over en weer kennis wordt gedeeld en dat het toezicht op een meer uniforme wijze wordt uitgeoefend.”