(door Erik-Jan Berends)
BINNENSTAD – Het Stadsfestival wordt dit jaar gehouden van donderdag 31 augustus tot en met zaterdag 2 september en moet een proeverij van theatervoorstellingen worden, heeft Margreet Wieringa, directeur van Zwolse Theaters, vrijdag bekendgemaakt. De organisatie van het festival is, na vijf jaar Niek van der Sprong, nu in handen van Zwolse Theaters.
En dat betekent onvermijdelijk dat er wat gaat veranderen. Niet meer het Rodetorenplein, maar het grasveld naast Theater de Spiegel en een deel van parkeerdek Noordereiland worden het festivalterrein. “Voorheen waren de voorstellingen door de hele stad”, memoreert Wieringa. “Wij gaan alles nu bundelen op één plek, zodat we er goede greep op hebben. Tevens willen we bezoekers verleiden meerdere voorstellingen te bezoeken.”
Op het terrein worden negen tenten geplaatst en krijgen alle gezelschappen een eigen plek. Wieringa: “De programmering is in volle gang. We struinen festivals af, op zoek naar mooie voorstellingen en we hebben een oproep geplaatst voor talent uit Zwolle en omgeving. De voorstellingen duren maximaal twintig minuten; het festival moet daardoor een soort proeverij worden. We gaan zo breed mogelijk programmeren, zodat alle genres aan bod komen. We maken een melange van Zwolse gezelschappen tot landelijk en van jonge theatermakers tot de gevestigde orde.”
Zwolse Theater zoekt bij de organisatie bewust de samenwerking met partners in de stad, waaronder Hedon, Museum de Fundatie en Filmtheater Fraterhuis. Hedon krijgt een eigen tent op het festivalterrein en er komt een rondvaartboot, waarvoor het poppodium de programmering doet. “We proberen bezoekers een maximaal festivalgevoel te geven, er is dus ook in ruime mate horeca aanwezig”, volgens Wieringa.
Naast dat – nu al – voorstellingen kunnen worden besproken, hoopt de theaterdirecteur dat bezoekers ook veel voorstellingen spontaan gaan bekijken. Anders dan voorheen kan men dan ook muntjes kopen, waarvoor voorstellingen kunnen worden bezocht. “Naast de talrijke korte, bieden we ook langere producties van vijftig tot zestig minuten op rare plekken in De Spiegel. Daar zijn onder meer Kameroperahuis, Gnaffel en Theater Young Ones te zien.”
Eveneens belooft de nieuwe organisatie met een aantal grote namen te komen. Zo sluit Ellen ten Damme de eerste avond af. Studenten van ArtEz openen het festival met een parade door de stad. “Die parade houden we elke dag”, benadrukt Wieringa. “Net als vroeger het circus in de stad, proberen we zo bezoekers van de binnenstad te attenderen en te enthousiasmeren.”
Iedere avond wordt het Stadsfestival tussen half zeven en half acht stilgelegd, zodat bezoekers en theatermakers gezamenlijk aan lange tafels kunnen eten en elkaar ontmoeten. Het Thorbeckegrachtfestival keert niet terug. In plaats daarvan komt een groot podium bij Theater de Spiegel, gericht op het grasveld en het water. Wieringa: “Daar treedt dan het Orkest van het Oosten op met ‘Zomers Nieuwjaarsconcert’, in de traditie van Johan Strauss. Al met al hebben we de naam Stadsfestival behouden en de voorstellingen naar één plek gebracht. Ook onze opzet is het festival zo jarenlang overeind te houden.”
